Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [48]het vermenigvuldigt zijn inkomste voor den koningen, die Gij over ons gesteld hebt, om onzer zonden wil; en zij heersen over onze lichamen en over onze beesten, naar hun welgevallen; alzo zijn wij in grote benauwdheid. 48. Te weten, het land. Anders, zijn inkomst, of opkomst is groot, of menigvuldig; maar [willen zij zeggen] die is voor vreemde koningen en niet voor ons.